JA-111H
Serviceuitleg voor JA-111H
BUS-aansluitmodule voor detector
Deze module kan aangesloten worden op het JABLOTRON JA-100 alarmsysteem. Het wordt in een willekeurige klassieke detector geïnstalleerd (met contactuitgangen) en zorgt voor de voeding ervan. De module reageert op de toestand (het meldt activering van een alarm). Het product is bestemd voor montage door een geschoolde technicus met een geldend Jablotron certificaat.
Installatie
1. Zet de module op een geschikte plaats in de detector.
2. Sluit de toevoeren naar de detector aan (volgens de afbeelding) – geleidraden kunnen niet verlengd worden.
Afbeelding: 1 – klemmen van de bus; 2 – serienummer; 3 – geel signaallichtje van de storing; 4 – rood signaallichtje indiceert door eenmaal te knipperen de activering van de alarm- of sabotage- ingang;
geleidraad detector aanduiding functie
rood red + 12 V voeding van detector
zwart black GND gezamenlijke draad
wit white INP ingang van alarm
blauw blue TMP ingang van sabotage
3. Sluit de buskabel aan.
Voor het aansluiten van de BUS moet het systeem van de voeding zijn losgekoppeld.
Stroomafname van een aangesloten detector mag 50mA niet overschrijden (uitgang van de voeding uit de module is niet beschermd tegen overbelasting.
4. Volg verder de installatiehandleiding van de centrale op. Basisstappen:
a. Na het aanzetten knippert het gele signaallichtje omdat de module niet in het systeem is ingedeeld.
b. In het F-Link programma op de kaart Randapparaten de gewenste positie kiezen en met de Inlezen toets de leermodus opstarten.
c. Druk op de sabotageschakelaar in de detector (of verbind kortstondig de blauwe en zwarte geleidraden van de module) – daardoor leert de module en het gele lichtje zal doven.
5. Sluit de kap van de detector met module.
Eigenschappen module instellen
Dit wordt door het F-Link programma gedaan – kaart Randapparaten. Op de positie van de detector Interne instellingen kiezen. Een dialoog verschijnt, waarin ingesteld kan worden:
Signaalingang: Uit / Aan – INP ingang kan helemaal uit.
Vertraging van reactie op INP ingang: een tijdfilter om de immuniteit tegen vals alarm te verhogen – instelling van 0,1s ... 300s bepaalt, hoe lang de INP-ingang actief moet zijn om die in de centrale te activeren.
Omgekeerde reactie van de INP-ingang: het is vanuit de fabriek ingesteld als contact verbrekend (NC), kan naar contactmakend (NO) worden gewijzigd.
Omgekeerde reactie van de TMP: het is vanuit de fabriek ingesteld als contact verbrekend (NC), kan naar contactmakend (NO) worden gewijzigd.
LED indicatie aan: het rode signaallichtje van de activering kan worden uitgezet.
De fabrikant garandeert de juiste werking van alleen de module. Hij kan echter de juiste werking van de aangesloten detector niet garanderen. Daarom wordt het gebruik van bij voorkeur de bekabelde detectoren Jablotron JA-100 aanbevolen.
Technische parameters
Voeding vanuit de BUS van de centrale 12 V (9 … 15 V)
Stroomverbruik bij stand-by (rust)* 5 mA
Stroomverbruik voor keuze van kabel* 5 mA
Max. toegelaten belasting door aangesloten detector 50 mA
Afmetingen 22 x 27 x 14 mm
Classificatie graad 2
conform CSN EN 50131-1, CSN EN 50131-3
Omgeving conform CSN EN 50131-1 II. binnen, algemeen
Bereik werktemperaturen -10 t/m +40 °C
Voldoet verder aan CSN EN 50130-4, CSN EN 55022
* het verbruik van de aangesloten detector moet bijgeteld worden
Installatie
1. Zet de module op een geschikte plaats in de detector.
2. Sluit de toevoeren naar de detector aan (volgens de afbeelding) – geleidraden kunnen niet verlengd worden.
Afbeelding: 1 – klemmen van de bus; 2 – serienummer; 3 – geel signaallichtje van de storing; 4 – rood signaallichtje indiceert door eenmaal te knipperen de activering van de alarm- of sabotage- ingang;
geleidraad detector aanduiding functie
rood red + 12 V voeding van detector
zwart black GND gezamenlijke draad
wit white INP ingang van alarm
blauw blue TMP ingang van sabotage
3. Sluit de buskabel aan.
Voor het aansluiten van de BUS moet het systeem van de voeding zijn losgekoppeld.
Stroomafname van een aangesloten detector mag 50mA niet overschrijden (uitgang van de voeding uit de module is niet beschermd tegen overbelasting.
4. Volg verder de installatiehandleiding van de centrale op. Basisstappen:
a. Na het aanzetten knippert het gele signaallichtje omdat de module niet in het systeem is ingedeeld.
b. In het F-Link programma op de kaart Randapparaten de gewenste positie kiezen en met de Inlezen toets de leermodus opstarten.
c. Druk op de sabotageschakelaar in de detector (of verbind kortstondig de blauwe en zwarte geleidraden van de module) – daardoor leert de module en het gele lichtje zal doven.
5. Sluit de kap van de detector met module.
Eigenschappen module instellen
Dit wordt door het F-Link programma gedaan – kaart Randapparaten. Op de positie van de detector Interne instellingen kiezen. Een dialoog verschijnt, waarin ingesteld kan worden:
Signaalingang: Uit / Aan – INP ingang kan helemaal uit.
Vertraging van reactie op INP ingang: een tijdfilter om de immuniteit tegen vals alarm te verhogen – instelling van 0,1s ... 300s bepaalt, hoe lang de INP-ingang actief moet zijn om die in de centrale te activeren.
Omgekeerde reactie van de INP-ingang: het is vanuit de fabriek ingesteld als contact verbrekend (NC), kan naar contactmakend (NO) worden gewijzigd.
Omgekeerde reactie van de TMP: het is vanuit de fabriek ingesteld als contact verbrekend (NC), kan naar contactmakend (NO) worden gewijzigd.
LED indicatie aan: het rode signaallichtje van de activering kan worden uitgezet.
De fabrikant garandeert de juiste werking van alleen de module. Hij kan echter de juiste werking van de aangesloten detector niet garanderen. Daarom wordt het gebruik van bij voorkeur de bekabelde detectoren Jablotron JA-100 aanbevolen.
Technische parameters
Voeding vanuit de BUS van de centrale 12 V (9 … 15 V)
Stroomverbruik bij stand-by (rust)* 5 mA
Stroomverbruik voor keuze van kabel* 5 mA
Max. toegelaten belasting door aangesloten detector 50 mA
Afmetingen 22 x 27 x 14 mm
Classificatie graad 2
conform CSN EN 50131-1, CSN EN 50131-3
Omgeving conform CSN EN 50131-1 II. binnen, algemeen
Bereik werktemperaturen -10 t/m +40 °C
Voldoet verder aan CSN EN 50130-4, CSN EN 55022
* het verbruik van de aangesloten detector moet bijgeteld worden
Alarmsysteemexpert.nl
Edisonweg 12
4207 HG Gorinchem
Nederland Bekijk op Google Maps
[email protected]
Kvk: 69433550