JA-183M
Serviceuitleg voor JA-183M
Draadloos magneetcontact
De JA-183M detector is een onderdeel van het Jablotron 100-serie alarmsysteem. Het zorgt voor de detectie van het opengaan van een deur, raam en derg. De detector communiceert draadloos en wordt vanuit een batterij gevoed.
Installatie
Het product moet door een geschoolde technicus met geldig Jablotron certificaat.
Kies een geschikte plaats voor installatie. De detector reageert op afstandvergroting van de magneet. Het zendergedeelte wordt op het vaste deel van deur (raam) gemonteerd en de magneet op het bewegende deel. Voorkom plaatsing direct op metalen onderdelen (deze beïnvloeden op negatieve wijze de werking van de magnetische sensor en radiocommunicatie).
1. Open het scherm van de detector (door op de invalklem te drukken, zie afbeelding 1).
Afbeelding 1 en 2
2. Schroef het kunststof achterwandje vast op het vaste deel van deur (raam). Tekentjes A,B op dit achterwandje duiden de plaats van de magneet aan (afbeelding 3).
Afbeelding 3 en 4 - 1. montagegaten voor bevestiging van de zender; 2. montagegaten voor bevestiging van de magneet A, 3. positie van magneet A,B; 4. serienummer; 5. contactlipje; 6. batterij CR123A; 7. sabotageschakelaar; 8. instelling van reactie
3. Schroef de magneet vast op het bewegende deel van deur (raam). De magneet in het kunststof etui met het midden van het etui tegen het A pijtje plaatsen, de ringmagneet moet tegenover het B pijl zitten. De afstand van de magneet van het zendende gedeelte moet bij gesloten deur zo kort mogelijk zijn. De afstand voor activering bij afstandvergroting van de magneet over alle assen en voor niet-magnetische / magnetische montageondergrond zijn op afbeelding 5 en 6 aangegeven. Opm. Gebruik voor de instelling van de A magneet in de hoogte het meegeleverde onderlegplaatje.
Afbeelding 5 en 6
4. Leer de detector in de centrale (ontvanger). Volg de handleiding van de centrale (ontvanger). Het leersignaal wordt op het moment van de aansluiting van de batterij gezonden. Opm. Als u de detector in de ontvanger leert nadat de batterij al aangesloten was, als eerst deze loskoppelen, dan het schermcontact indrukken en loslaten (de restenergie wordt opgebruikt) en dan pas de leermodus uitvoeren.
5. Stel de functies van de detector in – zie Instelling
6. Het zendende gedeelte op het plastic achterwandje zetten en inklikken.
7. Test of de detector betrouwbaar werkt.
8. De invalklem kan met het meegeleverde schroefje vergrendeld worden (afbeelding 2).
Instelling
Doorverbinding INS / DEL (Fout! Bron van links niet gevonden.) bepaalt of de detector op de toegangsweg naar het huis ligt en een uitloop- en inloopvertraging = positie DEL verschaft. Omgekeerd betekent positie INS een onmiddellijke reactie van het systeem. Opm.: Deze instelling is alleen van betekenis bij gebruik met de Jablotron-centrale met ingestelde reactie NATUR. Als in de centrale van de detector een andere reactie is ingesteld, of u gebruikt de detector met een JA-182N of JA-180N ontvanger, heeft de instelling van de schakelaar geen betekenis.
De detector heeft twee werkmodi, geïndiceerd door één of twee flitsen van het signaallichtje bij het inzetten van de batterij.
Één flits betekent dat de detector aan het systeem het open- en dichtgaan meldt. Zo kan de status van het raam of de deur gevolgd worden. Twee flitsen betekenen dat de detector alleen bij het opengaan (afstandsvergroting van de magneet) reageert.
U schakelt de modus over door de beschermende contactschakelaar van het scherm in te drukken en vast te houden, de batterij in te zetten en de schakelaar 3-5 seconden na het inzetten van de batterij los te laten. De detector knippert dan één of twee keer, afhankelijk van de zojuist gekozen modus.
Detector testen
Gedurende 15 minuten na het sluiten van het scherm indiceert de detector activering middels het signaallichtje. De centrale kan in de servicemodus het detectorsignaal controleren, inclusief het meten van de signaalkwaliteit.
Batterij in de detector vervangen
Het systeem controleert de batterijstatus en zodra die begint leeg te lopen, informeert de gebruiker (eventueel ook de servicetechnicus) via communicator van het systeem. De detector blijft werken en indiceert bovendien elke activering met een korte flits van het lichtje. Wij adviseren de batterij binnen 2 weken te vervangen. De batterij wordt door de technicus in de servicemodus vervangen. Na het vervangen van de batterij de werking van de detector testen.
Als er in de detector een zwakke batterij ingezet is, zal zijn signaallichtje ca 1 min. knipperen. Daarna zal de detector werken, maar zal een leeggelopen batterij melden
Opm.: Een opgebruikte batterij niet bij het huisafval doen, maar met chemisch afval verwijderen.
Detector uit het systeem nemen
Het systeem meldt een eventueel verlies van de detector. Als u de detector met opzet demonteert, moet u die ook in de centrale wissen.
Technische parameters
Voeding lithium batterij type CR-123A (3.0V 1,5 Ah)
Typische levensduur batterij ca 3 jaar (max. 20 activeringen/dag)
Communicatieband 868,1 MHz, protocol Jablotron
Communicatiebereik ca 300m (directe zichtbaarheid)
Typische verbreek-/maakafstand afbeelding 5 a 6
Afmetingen zendend gedeelte 75 x 31 x 23 mm
magneet A: 56 x 16 x 15 mm, magneet B: Ø10 x 4 mm
Omgeving conform EN 50131-1 II. binnen, algemeen
Bereik werktemperaturen -10 t/m +40 °C
Classificatie graad 2
conform EN 50131-1,EN 50131-2-6, EN 50131-5-3
Voldoet verder aan ETSI EN 300220, EN 50130-4,
EN 55022, EN 60950-1
De detector is ontworpen en gefabriceerd in overeenstemming met de daarop toe te passen bepalingen: Regeringsbesluit nr. 426/2000 Sb., mits gebruikt volgens de bestemming. Originele verklaring van overeenstemming is op www.jablotron.cz in de sectie Advisering (Support) te vinden.
Opmerking: Hoewel dit product geen schadelijke materialen bevat, niet in het huisafval deponeren, maar op de voor elektronische afval bestemde verzamelplaats afgeven.
Installatie
Het product moet door een geschoolde technicus met geldig Jablotron certificaat.
Kies een geschikte plaats voor installatie. De detector reageert op afstandvergroting van de magneet. Het zendergedeelte wordt op het vaste deel van deur (raam) gemonteerd en de magneet op het bewegende deel. Voorkom plaatsing direct op metalen onderdelen (deze beïnvloeden op negatieve wijze de werking van de magnetische sensor en radiocommunicatie).
1. Open het scherm van de detector (door op de invalklem te drukken, zie afbeelding 1).
Afbeelding 1 en 2
2. Schroef het kunststof achterwandje vast op het vaste deel van deur (raam). Tekentjes A,B op dit achterwandje duiden de plaats van de magneet aan (afbeelding 3).
Afbeelding 3 en 4 - 1. montagegaten voor bevestiging van de zender; 2. montagegaten voor bevestiging van de magneet A, 3. positie van magneet A,B; 4. serienummer; 5. contactlipje; 6. batterij CR123A; 7. sabotageschakelaar; 8. instelling van reactie
3. Schroef de magneet vast op het bewegende deel van deur (raam). De magneet in het kunststof etui met het midden van het etui tegen het A pijtje plaatsen, de ringmagneet moet tegenover het B pijl zitten. De afstand van de magneet van het zendende gedeelte moet bij gesloten deur zo kort mogelijk zijn. De afstand voor activering bij afstandvergroting van de magneet over alle assen en voor niet-magnetische / magnetische montageondergrond zijn op afbeelding 5 en 6 aangegeven. Opm. Gebruik voor de instelling van de A magneet in de hoogte het meegeleverde onderlegplaatje.
Afbeelding 5 en 6
4. Leer de detector in de centrale (ontvanger). Volg de handleiding van de centrale (ontvanger). Het leersignaal wordt op het moment van de aansluiting van de batterij gezonden. Opm. Als u de detector in de ontvanger leert nadat de batterij al aangesloten was, als eerst deze loskoppelen, dan het schermcontact indrukken en loslaten (de restenergie wordt opgebruikt) en dan pas de leermodus uitvoeren.
5. Stel de functies van de detector in – zie Instelling
6. Het zendende gedeelte op het plastic achterwandje zetten en inklikken.
7. Test of de detector betrouwbaar werkt.
8. De invalklem kan met het meegeleverde schroefje vergrendeld worden (afbeelding 2).
Instelling
Doorverbinding INS / DEL (Fout! Bron van links niet gevonden.) bepaalt of de detector op de toegangsweg naar het huis ligt en een uitloop- en inloopvertraging = positie DEL verschaft. Omgekeerd betekent positie INS een onmiddellijke reactie van het systeem. Opm.: Deze instelling is alleen van betekenis bij gebruik met de Jablotron-centrale met ingestelde reactie NATUR. Als in de centrale van de detector een andere reactie is ingesteld, of u gebruikt de detector met een JA-182N of JA-180N ontvanger, heeft de instelling van de schakelaar geen betekenis.
De detector heeft twee werkmodi, geïndiceerd door één of twee flitsen van het signaallichtje bij het inzetten van de batterij.
Één flits betekent dat de detector aan het systeem het open- en dichtgaan meldt. Zo kan de status van het raam of de deur gevolgd worden. Twee flitsen betekenen dat de detector alleen bij het opengaan (afstandsvergroting van de magneet) reageert.
U schakelt de modus over door de beschermende contactschakelaar van het scherm in te drukken en vast te houden, de batterij in te zetten en de schakelaar 3-5 seconden na het inzetten van de batterij los te laten. De detector knippert dan één of twee keer, afhankelijk van de zojuist gekozen modus.
Detector testen
Gedurende 15 minuten na het sluiten van het scherm indiceert de detector activering middels het signaallichtje. De centrale kan in de servicemodus het detectorsignaal controleren, inclusief het meten van de signaalkwaliteit.
Batterij in de detector vervangen
Het systeem controleert de batterijstatus en zodra die begint leeg te lopen, informeert de gebruiker (eventueel ook de servicetechnicus) via communicator van het systeem. De detector blijft werken en indiceert bovendien elke activering met een korte flits van het lichtje. Wij adviseren de batterij binnen 2 weken te vervangen. De batterij wordt door de technicus in de servicemodus vervangen. Na het vervangen van de batterij de werking van de detector testen.
Als er in de detector een zwakke batterij ingezet is, zal zijn signaallichtje ca 1 min. knipperen. Daarna zal de detector werken, maar zal een leeggelopen batterij melden
Opm.: Een opgebruikte batterij niet bij het huisafval doen, maar met chemisch afval verwijderen.
Detector uit het systeem nemen
Het systeem meldt een eventueel verlies van de detector. Als u de detector met opzet demonteert, moet u die ook in de centrale wissen.
Technische parameters
Voeding lithium batterij type CR-123A (3.0V 1,5 Ah)
Typische levensduur batterij ca 3 jaar (max. 20 activeringen/dag)
Communicatieband 868,1 MHz, protocol Jablotron
Communicatiebereik ca 300m (directe zichtbaarheid)
Typische verbreek-/maakafstand afbeelding 5 a 6
Afmetingen zendend gedeelte 75 x 31 x 23 mm
magneet A: 56 x 16 x 15 mm, magneet B: Ø10 x 4 mm
Omgeving conform EN 50131-1 II. binnen, algemeen
Bereik werktemperaturen -10 t/m +40 °C
Classificatie graad 2
conform EN 50131-1,EN 50131-2-6, EN 50131-5-3
Voldoet verder aan ETSI EN 300220, EN 50130-4,
EN 55022, EN 60950-1
De detector is ontworpen en gefabriceerd in overeenstemming met de daarop toe te passen bepalingen: Regeringsbesluit nr. 426/2000 Sb., mits gebruikt volgens de bestemming. Originele verklaring van overeenstemming is op www.jablotron.cz in de sectie Advisering (Support) te vinden.
Opmerking: Hoewel dit product geen schadelijke materialen bevat, niet in het huisafval deponeren, maar op de voor elektronische afval bestemde verzamelplaats afgeven.
Alarmsysteemexpert.nl
Edisonweg 12
4207 HG Gorinchem
Nederland Bekijk op Google Maps
[email protected]
Kvk: 69433550